On 2 June 2025, the European Commission (the “Commission”) announced that it had imposed a fine of EUR 329 million on Germany-based Delivery Hero and Spain-based Glovo. According to the Commission, the companies engaged in: i) the exchange of commercially sensitive information, (ii) market allocation, and (iii) non-solicitation and non-hiring of each other’s employees.
Background
At the time of the cartel infringement (2018–2022), Delivery Hero and Glovo were closely associated. In July 2018, Delivery Hero acquired a minority shareholding in Glovo (without control) and gradually increased its stake through subsequent investments. In 2022, Delivery Hero finally acquired sole control over Glovo, which also marked the end of the infringement. This is because the cartel prohibition does not apply to arrangements between entities forming part of a single economic entity and therefore constituting one undertaking within the meaning of competition law.
The Commission found that the cartel infringement already started at the moment Delivery Hero acquired its minority shareholding. Apparently, that link provided sufficient opportunity for coordination between Delivery Hero and Glovo, which (according to the Commission) was accompanied by anti-competitive arrangements. In any event, it is clear that the shareholders’ agreement signed at the time of the minority acquisition (without control) contained reciprocal no-poach clauses covering certain employees. Shortly afterwards, this arrangement was extended to a general agreement not to actively solicit each other’s employees.
First European Sanctioning of Labour Market Collusion
By sanctioning these so-called no-poach agreements, the Commission confirms its announced policy of enforcing against anti-competitive arrangements in labour markets. This marks the first time the Commission has imposed a fine for this type of agreement. The step is not unexpected: in 2024, the Commission published its Competition Policy Brief, in which it set out the assessment framework for labour market agreements. There, the Commission stated that “Wage-fixing and no-poach agreements generally qualify as restrictions by object under Article 101(1) TFEU.” In other words: such arrangements qualify as “restrictions by object” and are therefore anti-competitive by their very nature. This places wage-fixing and no-poach agreements on the same footing as the more familiar price-fixing, market-sharing and output limitation agreements.
The Dutch competition authority, the Authority for Consumers and Markets (Autoriteit Consument en Markt, “ACM”), has also expressed its views on anti-competitive arrangements in labour markets. In short: labour market restrictions are now firmly on the radar of competition authorities.
The Tondela case
By way of background, it should be noted that a case on this subject is currently pending before the Court of Justice of the EU (the “Court”). In Tondela, a Portuguese judge referred a preliminary question on the compatibility with the cartel prohibition of a no-poach agreement concluded by the football clubs of the Portuguese first and second divisions, in consultation with the national football association, during the COVID-19 pandemic. Advocate General Emiliou delivered his Opinion on 15 May 2025, concluding that no-poach agreements are not necessarily anti-competitive per se, but that this depends on the specific circumstances of the case.
This seems to differ somewhat from the Commission’s position in its Competition Policy Brief, in which it expressly stated that no-poach agreements generally amount to restrictions by object and are thus anti-competitive by their very nature. The Court’s judgment will hopefully provide more clarity on this point. It should also be noted that the market for professional athletes has very specific characteristics, raising the question whether this case can be applied one-to-one to (anti-competitive) agreements in, for example, the online food delivery sector or other sectors.
Take-away
Cartel agreements on labour markets is on the radar of competition authorities. Agreements not to actively or passively solicit each other’s employees, or to prohibit the hiring of each other’s staff, are generally not permissible under competition law. The precise competition law qualification of such arrangements will hopefully be further clarified once the European Court delivers its judgment in Tondela.
Het Delivery Hero en Glovo-kartel: kartelafspraken over arbeidsmarkten officieel op de kaart
Op 2 juni kondigde de Europese Commissie (de “Commissie”) aan een boete van EUR 329 miljoen op te leggen aan het Duitse Delivery Hero en het van origine Spaanse Glovo. De bedrijven zouden zich schuldig gemaakt hebben aan: i) het uitwisselen van commercieel gevoelige informatie, ii) het verdelen van markten en iii) het niet actief benaderen of in dienst nemen van elkaars personeel.
Achtergrond
Delivery Hero en Glovo waren ten tijde van de kartelinbreuk (2018–2022) nauw met elkaar verbonden. In juli 2018 verwierf Delivery Hero een minderheidsbelang in Glovo (zonder enige zeggenschap), en breidde dit belang geleidelijk uit door middel van daaropvolgende investeringen. In 2022 kreeg Delivery Hero uiteindelijk volledige zeggenschap over Glovo, wat ook maakte dat de kartelinbreuk eindigde. Het kartelverbod is namelijk niet van toepassing op afspraken tussen entiteiten die deel uitmaken van één economische eenheid en dus als één onderneming in de zin van het mededingingsrecht worden beschouwd.
De Commissie heeft geoordeeld dat de kartelinbreuk reeds begon op het moment dat Delivery Hero een minderheidsaandeel verwierf. Kennelijk bood die verbondenheid voldoende gelegenheid tot overleg, en dat ging dus ook gepaard met mededingingsbeperkende afspraken volgens de Commissie. In ieder geval staat vast dat in de aandeelhoudersovereenkomst die werd getekend toen Delivery Hero een minderheidsbelang zonder zeggenschap in Glovo verwierf, wederzijdse no-poach-clausules stonden voor bepaalde werknemers. Kort daarna werd deze afspraak uitgebreid tot een algemene overeenkomst om elkaars werknemers niet actief te benaderen.
Eerste Europese sanctionering van kartelafspraken op arbeidsmarkten
Met het sanctioneren van deze zogenoemde no-poach-afspraken bevestigt de Commissie haar aangekondigde beleid om te gaan handhaven ten aanzien van mededingingsbeperkende afspraken op arbeidsmarkten. Dit is namelijk de eerste keer dat de Commissie een boete oplegt wegens dit type afspraken. De stap komt dus niet uit de lucht vallen: in 2024 publiceerde zij haar Competition Policy Brief, waarin zij het toetsingskader voor mededingingsafspraken op arbeidsmarkten uiteenzette. Hierin gaf de Commissie aan dat “Wage-fixing and no-poach agreements generally qualify as restrictions by object under Article 101(1) TFEU”. Oftewel: dergelijke afspraken zijn aan te merken als “doelbeperkingen”, en daarom naar hun aard mededingingsbeperkend. Daarmee worden wage-fixing- en no-poach afspraken gelijkgesteld met bijvoorbeeld (de meer bekende) prijsafspraken, marktverdelingsafspraken en productiebeperkingen.
Ook de Nederlandse mededingingsautoriteit, de Autoriteit Consument en Markt, heeft zich uitgelaten over mededingingsbeperkende afspraken op arbeidsmarkten. Kortom: mededingingsbeperkende afspraken op arbeidsmarkten staan officieel op de kaart bij mededingingsautoriteiten.
De Tondela-zaak
Ter achtergrond merken we nog op dat een zaak over dit onderwerp inmiddels ook aanhangig is bij het Hof van Justitie van de EU (“het Hof”). In de zaak Tondela heeft een Portugese rechter een prejudiciële vraag gesteld over de verenigbaarheid met het kartelverbod van een no-poach-overeenkomst die de voetbalclubs van de Portugese eerste en tweede divisie, in overleg met de nationale voetbalbond, sloten tijdens de COVID-19-pandemie. Advocaat-Generaal Emiliou concludeerde op 15 mei 2025 dat no-poach-afspraken niet per definitie mededingingsbeperkend zijn, maar dat dit afhankelijk is van de omstandigheden van het geval.
Dit lijkt enigszins af te wijken van het standpunt dat de Commissie heeft ingenomen in haar Competition Policy Brief, waarin zij juist stelt dat no-poach-afspraken in beginsel als doelbeperking aan te merken zijn en daarom naar hun aard mededingingsbeperkend zijn. De uitspraak van het Hof zal daarover (hopelijk) meer duidelijkheid verschaffen. Daarbij dient tevens opgemerkt te worden dat de markt van professionele atleten zeer specifieke kenmerken vertoont, en het dan ook de vraag is of deze zaak één-op-één toepasbaar is op (mededingingsbeperkende) afspraken in bijvoorbeeld de online voedselbezorgingssector of andere sectoren.
Take-away
Kartelafspraken over arbeidsmarkten staan op de radar van mededingingsautoriteiten. Afspraken om elkaars medewerkers niet actief of passief te benaderen, of om het aannemen van elkaars personeel te verbieden, zijn doorgaans niet toelaatbaar onder het mededingingsrecht. Hoe dergelijke afspraken mededingingsrechtelijk precies gekwalificeerd moeten worden zal hopelijk verder verduidelijkt worden als het Europese Hof uitspraak doet in de Tondela-zaak.